Nadat in 1992 het kabeljauwbestand in Canada door jarenlange overbevissing instortte en dit tienduizenden banen kostte, kwam er wereldwijd veel aandacht voor het onderwerp overbevissing. Het Wereld Natuur Fonds en Unilever hadden om deze reden de handen ineen geslagen om standaarden voor gecertificeerde duurzame visserij te ontwikkelen. Hiervoor wordt in 1997 het Marine Stewardship Council (MSC) opgericht. MSC hanteert twee standaarden, namelijk de visserijstandaard (voor visserijen op in het wild levende zee- of zoetwaterorganismen) en een traceerbaarheidsstandaard (voor alle bedrijven in de toeleveringsketen). In 2001 behaalden de eerste visserijen het MSC-certificaat en was het label op verschillende producten te vinden. Door de jaren heen hebben de MSC-standaarden verschillende ontwikkelingen doorgemaakt.
De visserijstandaard
Als een visserij MSC gecertificeerd wil worden, wordt deze visserij getoetst aan de hand van 28 indicatoren, verdeeld over 3 kernprincipes, namelijk duurzame visbestanden, minimale impact op het overige zeeleven, en effectief visserijbeheer. Het kernprincipe duurzame visbestanden houdt volgens MSC in dat “er op een dusdanig niveau moet wordt gevist dat de visserij tot in het oneindige kan doorgaan en de visbestanden productief en gezond blijven”. Met minimale impact op het overige zeeleven bedoelt MSC dat “de visserij zorgvuldig moet werken, zodat ander zeeleven én hun leefgebied gezond blijven”. Effectief visserijbeheer wil volgens MSC zeggen dat “MSC gecertificeerde visserijen zich moeten houden aan de wetgeving die op hen van toepassing is. Daarop wordt toegezien. Ook moeten ze zich kunnen aanpassen aan veranderende milieuomstandigheden die de omvang van het visbestand beïnvloeden”.
Hieronder staan 3 video’s van MSC waarin de drie kernprincipes duidelijk worden uitgelegd: